Hoe komt ons Transport Management Systeem eigenlijk tot stand? Wie ontwikkelen de software? Hoe worden zij geselecteerd? Hoe zorgen wij ervoor dat zij de transportbranche goed genoeg kennen? En hoe ziet onze samenwerking op afstand eruit? Marinus Brink, medeoprichter en technisch directeur van Filogic, geeft je graag antwoord op deze vragen. Tijd voor ‘Achter de schermen met Marinus’!

Marinus: “Jazeker, hier kunnen onze klanten echt op vertrouwen. Er zit namelijk een behoorlijk selectieproces achter het ontstaan van ons ontwikkelteam. Hierin werken we samen met een bedrijf uit Oekraïne, dat ik een aantal jaar geleden ontdekte. Zij dragen zeer deskundige engineers aan, die uitsluitend een opleiding volgden aan de beste universiteiten.

Vervolgens toets ik, op basis van ervaring en skills, of ze voldoende bij Filogic passen. Zo vind ik het ontzettend belangrijk dat ze goed Engels spreken en communicatief sterk zijn. Rechtstreeks klantcontact hebben ze niet, maar een goede engineer moet meer kunnen dan alleen een complexe code bouwen. Hij of zij moet deze ook goed kunnen uitleggen aan de rest van het team. Heb ik hier vertrouwen in? Dan start er een proefperiode van twee maanden waarin diegene zich mag bewijzen.”

“Ik werk met een pool van vijf ontwikkelaars, die enkel voor Filogic werken. Dit zijn specialisten op het gebied van softwareontwikkeling, testen, security en systeembeheer. Naast dat zij goede skills op het gebied van communicatie en techniek hebben, kunnen zij ook in de huid van de eindgebruiker kruipen. Alleen als je weet hoe de klant met jouw software omgaat, kun je goede software schrijven.

Ik wil dat zij zich echt onderdeel van ons bedrijf voelen. Daarom reis ik ongeveer vier keer per jaar naar Oekraïne. In januari staat het eerstvolgende bezoek op de planning. De engineers waarderen dit enorm en ik houd grip op de samenwerking. Een kleine week werken we fysiek samen, duiken we in codes en kan ik nóg beter uitleggen waarom we een bepaalde feature bouwen en hoe onze klanten deze vervolgens gebruiken”

“Naast vier keer per jaar fysiek contact, spreken we elkaar natuurlijk dagelijks. Elke ochtend hebben we een stand-up, waarin we bespreken wat er die dag daarvoor is gedaan en wat er op de planning staat. Dat is hét moment om vragen te stellen en context over bepaalde features op te halen.

Zo’n meeting duurt maximaal een kwartier en daarna kan iedereen vol in de focus. Als er toch nog iets besproken moet worden, gebeurt dat via een chat. Deze scrumwerkwijze werkt erg efficiënt. Überhaupt vind ik het samenwerken op afstand geen enkel probleem. Het online werken heeft het afgelopen jaar natuurlijk wereldwijd een boost gekregen, maar persoonlijk deed ik dit al jaren.”

“Het team is zo samengesteld dat het nieuwe features op zeer korte termijn in productie kan brengen. Zodra software is ontwikkeld, wordt deze zo snel mogelijk gebruikt door de transportondernemer en op eventuele feedback acteren we direct. We werken wel in sprints van twee weken, maar als een feature op dag drie al klaar is, brengen we deze direct in productie. Hierin onderscheiden we ons enorm in de markt.

Daarnaast koppel ik áltijd terug wat de reacties van klanten zijn op een opgeleverde feature. Gebeurt het toch een keer dat ik hier niet vanzelf over begin? Dan vraagt het team het wel. Ze willen weten waarvoor ze de software ontwikkelen én of het succesvol is. Dit maakt hun werk leuk en extra waardevol.

Wat ons ontwikkelteam ook uniek maakt, is de roulatie. Een engineer werkt maximaal twee jaar voor ons. We zorgen ervoor dat elk half jaar iemand in- en uitstroomt. Hiermee borgen we voldoende nieuwe ideeën en creatieve visies. Dit is op het gebied van technologie en security enorm belangrijk. Daarnaast voorkomen we hiermee dat we afhankelijk worden van een specifieke engineer. Het houdt ons OpenTMS kwalitatief én toekomstbestendig!”